Naast de verschillende wijnen, kan je je in Frankrijk ook verdiepen in vele likeuren. Een daarvan is cognac, een whisky achtig drankje dat wordt gemaakt in het gelijknamige middeleeuwse stadje. Cognac wordt omringd door wijngaarden, waar de druiven aangroeien die voor dit drankje gebruikt worden.
Cognac is een leuke stad met een klein centrum, met ook aan de overkant van de rivier wat restaurants met uitzicht op het water. Hier kan je boten en kano’s huren waarmee je de rivier de Charente kan verkennen. Wij kwamen aan op zondag 12 juli en omdat 14 juli een feestdag is in Frankrijk, was maandag de 13de ook voor iedereen een vrije dag. Dit betekende, in combinatie met de corona-maatregelen, dat (bijna) alle winkels en veel restaurants gesloten waren. De restaurants die wel weer sinds 1 juli open waren, zaten iedere avond vol. De eerste avond dat we bij Le Coq d’Or zaten, hebben we een koppel meerdere keren langs zien lopen, ongetwijfeld op zoek naar een tafeltje. Ons gegniffel werd een dag later afgestraft, toen we zelf geen plekje konden vinden omdat we nergens gereserveerd hadden. Het eten bij Le Coq d’Or was heel erg lekker en ook de bediening was erg goed. Zeker een aanrader als je in Cognac een restaurant zoekt!


Vanuit Cognac kun je ook prima een dagje naar de kust. Je kan dan over de provinciale weg door de zonnebloemvelden. Wij hebben heerlijk langs de kust gewandeld en wat aan het strand gelegen (een unicum, want eigenlijk zijn we heel slecht in stil zitten of liggen).
De drank cognac wordt net wat anders gemaakt dan bijvoorbeeld whisky. In het geval van cognac worden de druiven binnen enkele dagen na het oogsten geperst en gefermenteerd. De zure “drank” die dan ontstaat heeft een alcoholpercentage rond de 10%. Deze drank wordt tweemaal gedestilleerd tot de eau de vie ontstaat: een drank met 70% alcohol. De eau de vie wordt vervolgens gedurende in ieder geval 2,5 jaar gerijpt in eiken vaten. De meeste kleur en smaak van de cognac is afkomstig van deze vaten.
Ieder cognachuis heeft zijn eigen kenmerkende smaak. En omdat de verschillende vaten tot verschillende smaken leiden, worden de verschillende cognacs voor het bottelen vermengd om tot exact dezelfde smaak te komen als bij de productie een jaar eerder. Omdat op deze manier de smaak ieder jaar gestandaardiseerd is, hebben cognacs geen jaartal op de fles staan: er is immers geen verschil tussen de verschillende jaren.
Overigens hebben de meeste cognachuizen geen eigen distilleerderijen. Vaak kopen ze de eau de vie in bij aparte bedrijven en die bedrijven kopen de druiven dan weer in bij de druivengaarden.
Wat wij nog niet wisten is dat de Fransen zelf helemaal niet zo verzot zijn op het drankje. Maar 5% van de productie wordt binnenlands geconsumeerd en het grootste gedeelte hiervan wordt in cognac zelf opgeschonken. Zelf begrijp ik dat wel, het is mijn inziens niet te drinken en echt veel te sterk om van te genieten. Mijn voorkeur gaat uit naar een andere lokaal gebrouwen drankje, namelijk het veel zoetere Pinau de Charente. De Cognacse variant van port. Hans is het op dit vlak echter niet met mij eens, hij vindt Pinau prima te drinken, misschien wel wat aan de zoete kant, maar is echt fan van cognac. Voor ieder wat wils dus.
Mocht je het leuk vinden om meer te weten over de productie van cognac en een van de stokerijen willen bezoeken dan is er keuze genoeg. Er zijn bekende en minder bekende huizen te vinden. Een van de bekendste en grootste daarvan is Hennesy Cognac. Wij kozen er echter voor om niet het bekendste maar het oudste te bezoeken, Martell.
Bij Martell werden we rondgeleid en kregen we een kijkje in de “keuken”. Echt in de keuken was dit dus niet, want zoals gezegd kopen zij de eau de vie in. Wat we wel gezien hebben is een enorme hoeveelheid opgeslagen cognac! De gids maakte zelfs een vat open zodat we even konden ruiken hoe de cognac zo ongeveer halverwege de rijping rook. En ook deze rondleiding werd natuurlijk afgesloten met een proeverij. We kregen twee cognacs voorgeschoteld. Eigenlijk was het maar één cognac en een “cognac” die qua smaak meer lijkt op Bourbon en die speciaal ontwikkeld was om de Amerikaanse markt te veroveren. Omdat deze op andere vaten gerijpt is mag dit dus geen cognac heten.
Hoewel Jette de cognac niet zo lekker vond hebben we wel heel erg genoten van het bezoek aan Martell. Wederom een stop die niet kon ontbreken in onze wijnreis!

In de omgeving
Rij je van Cognac naar Sancerre (of andersom), dan kom je langs Limoges. Mocht je wat tijd over hebben, dan is het zeker de moeite waard om een kleine stop te maken in Oradour-sur-Glane. Tijdens onze allereerste vakantie, een jaar of tien geleden, zijn wij hier ook geweest. Oradour-sur-Glane is een dorp, waar op 10 juni 1944 een SS eenheid een bloedbad aangericht heeft. De SS eenheid heeft, als wraakactie tegen het verzet, het dorp ingesloten en bijna het hele dorp werd uitgemoord, verwoest en platgebrand. Slechts zes personen overleefden deze aanval.
In plaats van het hele dorp volledig plat te gooien en opnieuw op te bouwen, heeft de gemeente besloten om het dorp te laten staan zoals het door de Duitsers was achtergelaten. Zo is het nog steeds en dat is ontzettend indrukwekkend om te zien.
Als je langs de uitgebrande huizen loopt en naar binnen kijkt, zie je nog de oude keukens in de woonhuizen, de resten van een oude klok nog op de schouw staan en herken je nog de oude tandartspraktijk, de smid, de fietsenmaker en de garage. Er staan uitgebrande auto’s op de straat en achter de huizen. Het is bizar hoe het dagelijks leven hier zonder waarschuwing zo bruut is verstoord en ook hoe zichtbaar dat vandaag de dag nog is. Bij het dorp zit ook een klein museum. Onderdeel hiervan is een fotocollage waar portretten hangen van (bijna) alle mensen die in juni 1944 in het dorp woonden en hier zijn omgekomen. Mannen, vrouwen en kinderen, allemaal gesorteerd op familienaam. Deze gallery vol foto’s deed ons denken aan de gevangenis S21 in Phnom Penh in Cambodja. Ook hier hangen rijen met foto’s van mensen die zijn binnengekomen in de gevangenis en deze niet levend hebben verlaten.
Een echt vrolijk uitstapje is het niet, maar het is wel ontzettend indrukwekkend om op deze manier de geschiedenis in te stappen en dit alles te zien.